woensdag 18 december 2013

Persoonlijk contact met honderden experts. Hoe werkt dat?

Het voelt altijd een beetje gek om als mens te praten met een organisatie. Je wilt praten met echte mensen: de receptioniste, de garagehouder of de belastingadviseur. En niet met een met een bandje, een voorkeuze-menu, of een site. Dat geldt ook voor de klanten van onderzoeksinstituten. Zij willen gebruikmaken van de kennis van honderden experts, maar het is ondoenlijk om die allemaal persoonlijk te volgen.

 

1 Account = honderden experts

Mensen die geinteresseerd zijn in een bepaald onderwerp kunnen via één organisatie-account honderden experts volgen. Via dat account worden de highlights uit het onderzoek gedeeld, maar ook vacatures gemeld en aankondigingen gedaan voor bijenkomsten en radio/tv-optredens. De volgers kunnen ervan verzekerd zijn dat ze niet overspoeld worden door updates, terwijl ze wèl de belangrijkste informatie meekrijgen van dat moment.

Van mens-tot-mens is toch belangrijk?

Persoonlijke communicatie begint natuurlijk al met de berichtgeving zelf. Kies er bewust voor om niet te spreken van “Onderzoek uitgevoerd op de Noordpool”, maar wel van “Onderzoekers op expeditie op de Noordpool”.
Niet: “Vroege Vogels TV: Onderzoek paling met akoestische beelden”, maar wel “Vroege Vogels TV: Erwin Winter volgt paling met akoestische beelden”. Het lijkt een nuance, maar het voelt heel anders.

Twitter: tweet & retweet

Op twitter kun je met een organisatie-account niet alleen nieuws plaatsen, maar ook berichten van onderzoekers doorsturen. Niet alleen worden volgers dan op de hoogte gebracht van nieuwe ontwikkelingen, maar ze zien direct welk gezicht erachter zit, en wie voor hun onderwerp aan het werk is in binnen- en buitenland.
Vragen van twitteraars die gesteld worden aan het organisatie-account, worden doorgestuurd naar de desbetreffende expert. Die reageert vanuit de eigen persoonlijke account, of met een quote via de organisatie-account. Persoonlijk dus.
 

Facebook

Op facebook kun je in het toelichtende tekstje bij de link naar het bericht, nòg beter ingaan op de personen die het onderzoek hebben gedaan. Je hebt daar minder last van het beperkte aantal tekens en het begin van het intro van het bericht ook al getoond.
Laat bij concrete vragen of suggesties het liefst de onderzoeker reageren. Mocht die niet op facebook zitten/willen, antwoord dan namens het instituut, maar vermeld dat het antwoord van de onderzoeker komt.

Hoe werkt dat in de praktijk?

Het blijkt dat de meeste conversaties plaatsvinden op twitter, tussen volgers en onderzoekers. Van mens-tot-mens dus. Soms ontstaan er contacten die ook echt nieuwe samenwerkingen opleveren. Zo kreeg een onderzoeker laatst een uitnodiging van een ambassade om te komen praten over nieuw onderzoek, naar aanleiding van een gesprek op twitter.
"I’m happy that we were able to get in touch thanks to social media." - Ambassade-medewerker in Den Haag

Op facebook wordt vaker geliked en gedeeld, dan concreet vragen gesteld. Misschien is de drempel daar wel wat hoger, omdat de vraag voor iedereen zichtbaar is/blijft.

Wat we wel vaak zien is dat er reacties komen van mensen die toch wel jaloers zijn op de onderzoekers als ze bij mooi weer op de Wadden waarnemingen doen, als ze in de tropen mogen duiken of als ze walvissen zien op hun reis naar de Zuidpool.

En dat is natuurlijk te begrijpen…

woensdag 6 november 2013

Terugblik Social Media Café 5 nov 2013

Begin november was het Social Media Café van Wageningen UR weer in het Grand Café in het Forum. De opkomst was wat laag, maar daardoor ontstond er wel ruimte om wat dieper op onderwerpen in te gaan.

Bij de Social Media Cafés is iedereen welkom en alle onderwerpen rondom social media kunnen ter tafel komen. Dit keer werd er gesproken over het gebruik van twitter, facebook en yammer. Er werden ervaringen uitgewisseld over:
  • het maken van lijsten in twitter,
  • de vrialiteit van een onderwerp bekijken via www.tweetlevel.com
  • plaatsen van een twittertimeline in de site,
  • monitoren van een twitteraccount met tweetdeck of Meltwater Buzz,
  • welk type berichten plaats je op een organisatie-account (welke niet),
  • beheer van een account met meer personen en hun herkenbaarheid,
  • wanneer je facebook in kunt zetten,
  • de keuze van media afgestemd op specifieke doelgroepen,
  • de kansen en mogelijkheden van yammer,
  • promoten van een eenmalige actie.

Onderzoeker deelt ervaringen

Bij het Social Media Café van 3 december komt Bas Bolman (@bolmanbas – projectleider arctisch onderzoek www.wageningenur.nl/arctic) vertellen over zijn ervaringen sinds hij, min of meer sceptisch, afgelopen jaar is begonnen op twitter. Hij deelt zijn ervaringen, de voor- en nadelen, wat het hem oplevert en wat het hem qua tijd kost.

Same time, same place

Iedere 1e dinsdag van de maand is het Social Media Café in het Forum van 15:30 - 17:00 uur. We behandelen het eerste half uur een thema en het laatste uur is er een algemene inloop. Belangstellenden kunnen dan zelf kijken waar ze willen aansluiten.

Volgende #SMCWUR : 3 december 2013, Grand Café Forum in Wageningen
Daarna: 7 januari, 4 februari, 4 maart, 1 april


donderdag 31 oktober 2013

Terugblik Tweede Social Media Café Wageningen UR

Begin oktober was het tweede Social Media Café bij Wageningen UR. Het basis-idee “een ongedwongen en open setting” kwam dit keer goed tot zijn recht.

Bij de Social Media Cafe’s is iedereen welkom en alle onderwerpen rondom social media kunnen ter tafel kunnen komen. We hadden een eigen hoek in het Grand Cafe van het Forumgebouw op de Campus. Gemma Kregting was aanwezig als aanspreekpunt voor de universiteit en studentenwerving, en ik (Astrid de Best) was er voor de communicatie vanuit het onderzoek.

Er zijn ongeveer 10 mensen langsgekomen deze keer en de vragen waren meer van praktische aard dan de vorige keer. Het ging nu onder andere over het bewust inzetten van twitter, het tonen van feeds op de site en het beheer van accounts.

Ook deze keer kijken we tevreden terug. De onderwerpen waren anders dan de vorige keer en dat maakt nieuwsgierig naar het vervolg van deze bijeenkomsten.

We willen voortaan iedere 1e dinsdag van de maand in het Forum het Social Media Café houden van 15:30 - 17:00 uur. Telkens willen we het eerste half uur een thema behandelen en het laatste uur een algemene inloop houden. Belangstellenden kunnen dan zelf kijken waar ze willen aansluiten. De thema’s worden binnenkort gekozen. Heb je suggesties? Mail het me: astrid.debest@wur.nl

Volgende #SMCWUR : 5 november 2013, Grand Café Forum in Wageningen

woensdag 23 oktober 2013

Onderzoekers zitten op goud: hun foto's!

Een prachtfoto! De "Curasub" onderzeeër die monsters
kan nemen op grote diepte
(© Barry Brown / Substation Curaçao
via Lisa Becking, IMARES)
Vandaag werd ik er weer eens door gegrepen: de geweldige foto's die onderzoekers gewoon "in hun la" hebben liggen. Wat zou het geweldig zijn om die eruit te trekken en ze te gebruiken om te laten zien hoe leuk, spannend en interessant hun onderzoek is. En dat gaan we dus doen! 
 
Op de site van Wageningen UR en de onderliggende onderdelen heeft beeld een prominente rol: alle pagina's worden voorzien van een grote sfeerfoto. Hierdoor hebben we veel fotomateriaal tot onze beschikking op de redactie. Over sommige thema's hebben we vaker iets te vertellen en dan blijkt dat we na 5 foto's echt wel door onze voorraad "goede beelden" heen zijn. De verleiding is dan groot om wéér datzelfde beeld te pakken, terwijl een telefoontje naar een expert van dat onderwerp ineens een rijkdom aan prachtige (vaak betere) beelden oplevert. Soms komen er wat juweeltjes bij de wetenschappers vandaan, waarvan het lijkt of ze recht uit een schatkist komen.
 
Een uniek beeld van een bevroren onderzoeker:
Jan Andries van Franeker op Antarctica.

Voorbeeld: Prachtfoto uit Antarctica

Vandaag kreeg ik (via een cc-mailtje) de beschikking over een zipfile met mooie foto's van onderzoekers op expeditie naar Antarctica. Echt, daar kan shutterstock nooit tegenop! Deze onderzoeker heeft in zijn blog al vele mooie foto- en filmmateriaal laten zien, maar bij dit soort plaatjes voel je pas echt hoe koud het daar is.
 

Beelden "uit de la"

Mooi plaatje: Ben Griffioen doet onderzoek naar de rivierprik
en staat tot zijn oksels in het water.
Toeval wil (toeval bestaat niet) dat we gisteren het plan hebben opgepakt om een pagina te maken met beelden uit het Kust- en Zee-onderzoek, waarbij we specifiek zoeken naar beelden "uit de la" van mensen op de werkvloer (en die mag ook drijven). Zij maken zoveel mee, zijn op bijzondere locaties of werken onder hele speciale omstandigheden. Dat kan een mooie blik op `het onderzoek` opleveren.

We willen het jaar 2013 afsluiten met een serie foto's die "goud" waard zijn. We zoeken beelden die de diversiteit van de werkzaamheden weergeeft, maar ook de mensen laat zien die het werk doen en de expertise toont die we in huis hebben binnen het Maritieme domein.

Oproep: stuur jouw juweeltjes in!!

Ben je medewerker, student, of aio bij Wageningen UR en studeer of werk je binnen het domein "Kust & Zee"? Doe dan mee en zend je mooiste beelden in!
 
Goede compositie: Een baardrob, gefotografeerd door
Martine van den Heuvel-Greve op Spitsbergen.
  • Beelden over Kust- en Zeeonderzoek (ook bijv: aquacultuur, maritieme technologie, mariene ecologie, vismigratie in zoet water, zilte landbouw, e.d.)
  • Max. 3 foto's
  • Vermeld de fotograaf
  • Gedaan in het kader van project...
  • Vermeld opdrachtgever(s)
  • Locatie: waar is de foto gemaakt? 
  • Omschrijving: max 140 tekens
Stuur ze naar: astrid.debest@wur.nl
 
De beelden worden geselecteerd en geplaatst op de site van Wageningen UR. Je krijgt hiervan natuurlijk bericht. En de mooiste foto? Die wint sowieso de "Eeuwige Roem" en wie weet.....

Update december 2013:

Onderzoek Kust & Zee in beeld
In de fotocollage “Kust & Zee in beeld” is een jaar wereldwijd wetenschappelijk onderzoek gevisualiseerd. In de foto’s komt de passie van onderzoekers naar voren, die boeiend werk doen met een grote maatschappelijke impact. Met dank aan deelnemende medewerkers, studenten, opdrachtgevers en iedereen die bij ons werk betrokken was.



vrijdag 18 oktober 2013

Bloggen – ga aan de slag en profiteer!


Bron: Wagenings Journalistencafé
Wagenings Journalistencafé
Het Wagenings Journalistencafé ging afgelopen week over Bloggen. Er werd gesproken over het nut van een blog, de interactie en wat er allemaal bij komt kijken (dat valt dus best wel mee).

Ervaren bloggers (Paul Luttikhuis van NRC-klimaatblog en Dirk Roep van Rurale Sociologie) waren uitgenodigd om te spreken en ook in het publiek zaten bloggers uit de praktijk.

Moet je überhaupt wel bloggen? En waarover dan?

Als je interactie wilt, dan kun je beter bloggen dan publiceren in print of op internet. Paul Luttikhuis heeft een vaste groep NRC-lezers opgebouwd en heeft in 4 jaar ong. 10.000 reacties ontvangen, waarbij hij er via de papieren media hooguit 200 kreeg.

Het is de moeite waard om een blog te starten als je “iets te vertellen hebt” over een expertise. Welke expertise dat is, maakt niet zoveel uit. Het is ook leuk om te bloggen in periodes dat je iets bijzonders doet (bijv. de onderzoeksreizen op zee). Onderzoekers vinden het vaak niet zo bijzonder wat ze meemaken, maar lezers vinden het volgen van hun belevenissen vaak hartstikke interessant.

Meerwaarde

Onderzoekers kunnen het ook zien als een vorm van verantwoording afleggen; want het onderzoek wordt vaak uitgevoerd met gemeenschapsgeld. Bij onderzoek waarbij de uitkomsten gevolgen kunnen hebben voor de praktijk, kun je ook de doelgroep laten meedenken door een stelling of probleem te plaatsen.

Een blog geeft je ook gelegenheid om een onderwerp dat je al vaak hebt moeten uitleggen, nu een keer goed te verwoorden. Je kunt goed nadenken over duidelijke argumenten, goede voorbeelden en foto’s en links. In het vervolg hoef je dan alleen nog te verwijzen naar je blog, of je kunt zelf het blog gebruiken bij je uitleg omdat je dan alles in een keer bij de hand hebt.
 
"Ik merk dat bloggen bijdraagt aan met andere ogen naar je werk kijken."
Ingeborg de Boois, blogger vanaf zee (Boomkorsurvey)
 

Bloggen kost tijd

Als je blogt, heb je niet alleen te maken met schrijftijd. Je zult merken dat je tijdens je werk nu en dan overweegt “is dit iets voor in mijn blog?”. Dat geeft je de kans om bijtijds na te denken over bijv. foto’s, voorbeelden en de manier waarop je het gaat verwoorden.

"Lezers geven aan graag foto’s te zien van het werk aan boord,
maar vooral van de onderzoekers en bemanning."

Carola van Zweeden, blogger vanaf zee (Schelpdiersurvey Waddenzee)
 
Daarnaast moet je je blog ook promoten, want als niemand weet dat het er staat, krijg je geen bezoek. Discussieer mee in LinkedIn-groepen en verwijs daarbij naar je blog. Promoot je blog via twitter en andere media of portals die tot je beschikking staan. Onderzoekers kunnen ook via de site van hun onderdeel aandacht vragen voor het blog.
 

Wat levert het op?

Je kunt bij je blog zien hoeveel keer het is bekeken en hoe vaak er is gereageerd, maar of dit werkelijk leidt tot meer opdrachten is lastig te meten. Bij een papieren medium (advertentie, artikel) is het nog onduidelijker omdat je daar helemaal niet weet wie het ziet. In het algemeen wordt ervaren dat bloggers stijgen in waardering als expert en sneller als betrouwbare bron worden beschouwd.

De techniek

Binnen de site van Wageningen UR zijn er nog wat strubbelingen met de techniek, maar daar kan de redactie je bij helpen. Als je wilt bloggen, stuur dan een mailtje naar socialmedia@wur.nl en we zorgen ervoor dat er een ingericht blog voor je klaarstaat, waar je zelf direct mee aan de slag kunt. Geen belemmeringen meer; lekker gaan bloggen!

Links:

 

donderdag 18 juli 2013

Eerste Social Media Café bij Wageningen UR

Na een lange periode van ideeën opdoen, gesprekken voeren en voorstellen doen, kwam het er dan toch van: een Social Media Café bij Wageningen UR! Het uitgangspunt is een ongedwongen en open setting, waar iedereen welkom is en alle onderwerpen rondom social media ter tafel kunnen komen.

Eerder zijn er presentaties gegeven voor medewerkers over social media. Steeds met een algemeen verhaal over een thema en een wetenschapper die vanuit de praktijk kon toelichten wat zijn ervaringen waren. Inhoudelijk werden deze bijeenkomsten door medewerkers als heel zinnig ervaren, maar qua interactie was het minimaal. 

Nieuwe aanpak

Navraag bij andere universiteiten leerde dat het concept van een social media cafe met vrije inloop erg succesvol is. Na wat interne gesprekken en voorstellen, kwam er een GO! Gemma Kregting is aanspreekpunt voor de universiteit en studentenwerving, en ik (Astrid de Best) ben contactpersoon voor de communicatie vanuit het onderzoek. We organiseren een aantal Social Media Cafes en gaan er ervaringen mee opdoen. In wisselende samenstellingen, op verschillende locaties en op diverse tijdstippen gaan we kijken hoe we de medewerkers het best kunnen helpen.

Terugblik eerste editie 

Het eerste Social Media Café was op 6 juni jl. tijdens de lunch in het auditorium in Impulse. De trappenconstructie was qua verstaanbaarheid niet echt geschikt om met elkaar te praten, maar het weerhield de bezoekers er niet van om met elkaar in gesprek en soms ook discussie te gaan. 

In totaal zijn er zo’n 20 medewerkers langsgekomen, steeds elkaar afwisselend. Sommigen kwamen alleen luisteren en anderen hadden hele concrete vragen, maar er is voornamelijk veel als groep met elkaar gesproken. Aan de orde kwamen onder andere: monitoring/webcare, nut van LinkedIn, mogelijkheden van Pinterest en quick wins op YouTube.

We kijken tevreden terug op dit eerste Social Media Café. Natuurlijk waren er verbeterpunten voor de volgende edities qua setting, omstandigheden en inhoud, maar het was een inspirerende bijeenkomst en de opkomst was goed!

Volgend Social Media Café

De volgende editie wordt over de zomervakantie getild en zal in september gehouden worden. De exacte datum en tijd volgen nog; de locatie zal het Grand Café worden in het Forum. Een Grand Social Media Café dus!

woensdag 29 mei 2013

Waarom onderzoekers moeten twitteren. Of niet.

Veel onderzoekers vragen zich af of ze moeten gaan twitteren, en waarover dan. Of dat ze het aan zich voorbij mogen laten gaan omdat ze het helemaal niks vinden. Het antwoord is niet zo eenvoudig te geven, want social media biedt veel kansen maar het vraagt ook inzet. Niet zozeer in tijd, maar in ‘anders denken’.
 

Wèl twitteren

Twitter is een platform om nieuws of publicaties te delen-op-maat, volgers zijn namelijk bewust gaan volgen omdat ze geïnteresseerd zijn in updates van die persoon. Zo kan er een expertise-specifieke doelgroep ontstaan.
Onderzoekers maken vaak zaken mee die de moeite waard zijn om te delen. Niet alleen de locaties waar ze werken, maar ook de mensen die ze spreken of het samenwerken met partijen kunnen heel interessant zijn voor anderen.
Er valt ook veel te halen. De onderzoekers die al geruime tijd op twitter zitten, constateren dat ze vaak als eerste binnen hun groep op de hoogte zijn van ontwikkelingen of publicaties in hun vakgebied. Waar ze voorheen moesten zoeken, komt het nieuws nu binnen via de accounts die zij volgen.

Bereik

Het opbouwen van volgers heeft even tijd nodig. Maar ook met weinig volgers kunnen je tweets een veelvoud van volgers bereiken doordat ze doorgestuurd worden door anderen (retweeten). Iedereen in hun volgerslijst krijgt jouw bericht dan ook mee.

Hoeveel tijd kost dat?

Twitteren zelf kost niet veel tijd. Het plaatsen van een zinnetje van 140 tekens kost misschien een minuut. De verandering zit in het anders denken: “is dit leuk voor mijn volgers?” dat kost geen tijd maar inzet. Het bekijken van tweets van accounts die je volgt, nemen de hoeveelheid tijd in die je er zelf in wilt stoppen.

Wat doen mijn collega’s?

Onder het twitteraccount van Wageningen UR is een lijst aangemaakt met accounts van medewerkers. Daar kun je kijken hoe anderen het aanpakken. Hou er rekening mee dat hier ook privé-accounts bij kunnen zitten.
» Lijst accounts medewerkers Wageningen UR

Niet twitteren

Iets nieuws integreren in je dagelijkse patronen is altijd lastig. Denk aan de introductie van de mobiele telefoon, eigenlijk vond iedereen het overdreven en inmiddels hoeft niemand meer overtuigd te worden van het nut ervan. Voor twitter geldt eigenlijk hetzelfde: de gebruikers vinden het echt iets toevoegen, de sceptici vinden het niks. Als je het echt niet ziet zitten om te twitteren, dan moet je het gewoon niet doen.

Iets er tussenin?

Als je wèl het nut van het platform twitter inziet, maar je durft het zelf niet aan om te twitteren, dan kun je altijd nog meeliften op instituutsaccounts. Je kunt je berichtje dan sturen naar de communicatieadviseur van jouw onderdeel, die kan het dan passend maken (140 tekens) en plaatsen als tweet namens het instituut. Zo maak je gebruik van het opgebouwde aantal volgers van het insituut, er is nagedacht over de formulering van je tweet en de techniek wordt voor je geregeld. Nadeel is, dat deze volgers niet expertise-specifiek zijn en er valt voor jou als onderzoeker niets te halen.

Andere platforms

Of je gaat twitteren of niet, het is voor onderzoekers belangrijk om persoonlijke vermeldingen op andere platforms ook compleet te maken. Bij het googlen op naam kunnen deze allemaal naar voren komen. Denk aan je vermelding in we@wur, LinkedIn, Google Scholar e.d. Ook op die platforms liggen kansen, maar daarover een andere keer meer…

Meer info:

Op de intranetpagina over social media vind je tips&tricks, de richtlijnen van Wageningen UR, filmpjes met testimonials van collega’s en een twitter-presentatie en quick start.
» Intranet: Social Media bij Wageningen UR (alleen voor medewerkers)

Hulp nodig?

Mocht je verder willen praten over twitter of andere social media, of heb je hulp nodig bij het aanmaken van een account? Laat het maar weten: astrid.debest@wur.nl

dinsdag 16 april 2013

Mosselen en Ballonnen - Verschillende berichten met verschillende reacties

Deze week kwamen er op 1 dag, 2 berichten die de wereld in moesten. Het ene bericht was de afronding van een langlopend onderzoek, het andere bericht was een reactie op actualiteit. Interessant om te zien hoe verschillend het publiek reageerde op deze berichten.

Bericht 1: De ballonnen

Actueel is op dit moment de protesten tegen de 150.000 ballonnen die met de troonswisseling opgelaten zouden worden. Aangezien we een dossier hebben “plastic afval in zee” waarin jaren geleden al melding werd gedaan van ballonnen-afval na Koninginnedag, is de onderzoeker gevraagd een kort berichtje te schrijven met onze visie erop. Dit bericht is diezelfde ochtend nog geschreven, geredigeerd en geplaatst, met een verwijzing naar het dossier.

 

Bericht 2: De mosselen

Een zesjarig onderzoek naar duurzame schelpdierkweek en de effecten ervan op de natuur. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van EZ en Producentenorganisatie Mosselcultuur, en uitgevoerd met 3 externe partijen. De uitkomst van het onderzoek is (kort samengevat): na het bevissen van mosselzaadbanken is er minder biodiversiteit, maar dat is na een jaar hersteld; Kweekpercelen van mosselen brengen juist meer biodiversiteit op een kaal gebied.
Het afsluitende rapport is aangeboden op het ministerie, de site is bijgewerkt en er is een persbericht opgesteld waar alle partijen en betrokkenen achter konden staan. Meestal wordt de tekst daar niet vlotter van. Het bericht is ‘smiddags geplaatst, na de overhandiging van het rapport.
 

Het verschil

De berichten zijn beide op de site geplaatst en gemeld op social media. Het verschil in viraliteit en reacties is enorm. Het mosselenverhaal werd een aantal keren geretweet en geliked op facebook, maar het ballonnen-verhaal nam een enorme vlucht. Het is vele malen geretweet, veel geliked, gereageerd en gedeeld op facebook. Ook leverde het veel nieuwe volgers op (bijv. Marianne Thieme!).

De getallen na 1 dag

Ballonnen

Facebook
  • 21 likers
  • 8 reacties
  • 22 keer gedeeld
  • Totaal bereik 2.220
Twitter
  • Vermeldingen en retweets: 46
  • Favoriet: 1
Site:
  • 891 weergaven

Mosselen

Facebook
  • 2 likers
  • 1 keer gedeeld
  • Totaal bereik 281
Twitter:
  • Vermeldingen en retweets: 3
Site:
  • 117 weergaven

Stof tot nadenken

Dit voorbeeld uit de praktijk geeft weer veel stof tot nadenken. Met een snelle reactie op de actualiteit rondom de ballonnen bereik je veel mensen en ben je als organisatie betrokken bij de maatschappelijke discussie. Een degelijk onderzoek naar mosselkweek met een zorgvuldig geformuleerd resultaat dat voor de samenleving misschien veel belangrijker is, krijgt minder respons. Is het omdat het ballonnen-probleem lekker laagdrempelig en makkelijk oplosbaar is? Is het omdat de resultaten van het mosselenonderzoek wat verder van de belevingswereld van de consument liggen? En is dat eigenlijk erg voor een wetenschappelijk instituut?
Zolang we beide typen berichten plaatsen, bereiken we in ieder geval de breedste doelgroep en kunnen we de diversiteit van ons kennisgebied tonen.

maandag 8 april 2013

Vrijwilligers gezocht – en in een flits gevonden!

In deze case een mooi voorbeeld van de kracht van Social Media, uit de praktijk van een onderzoeksinstituut dat werkt in het gebied van kust&zee. In dit smalle, specifieke werkgebied is het lastig de juiste doelgroepen te bereiken. Hoe vind je vrijwilligers voor onderzoek op zee?

Bij een routinevraag of een onderzoeker nieuwe stages wilde checken, vroeg ze of het mogelijk was om vrijwilligers te werven via de site. Ze zocht 2 mensen die wilden helpen bij een onderzoek naar makreel-eitjes op zee. Ruim twee weken onbetaald meedraaien op een schip bij allerlei voorkomende hand-en-spandiensten. Niet altijd het meest frisse werk, dus niet iets waarvoor de mensen stonden te trappelen. Voorheen vroeg de onderzoeker het aan studenten of stagiaires en er is ook een oproep geplaatst bij een biologenvereniging, maar daar kwamen geen reacties voor deze reis.

Als test hebben we de oproep geplaatst op de site (home IMARES en bij “werken bij IMARES”) en ook op social media (Twitter en facebook)








Deze oproep is via social media razendsnel rondgestuurd; binnen een uur had de onderzoeker al 2 aanmeldingen binnen! 

Bericht

www.wageningenur.nl/imares
Het bericht heeft 1 dag live gestaan op de site en is die dag 294 keer bekeken. 

Twitter

http://twitter.com/imares_wur
Buiten de 540 volgers die het bericht via twitter ontvangen, werd het door 11 twitteraars doorgestuurd. Dit waren:


  • Een aantal organisatieonderdelen van Wageningen UR, maar ook
  • Onderzoekers van IMARES
  • Visserijverenigingen
  • Belangenpartijen
  • Vissers
  • Zee-/natuurliefhebbers
     

Facebook

www.facebook.com/IMARES.Wageningenur 
Buiten de 520 likers die het bericht via facebook zien, is het 12 keer geliked en nog 11 keer doorgestuurd (soms ook gericht aan een persoon). Totaal hebben 1314 personen het bericht gezien.
Bij oproepen voor vacatures is het gemiddeld bereik ong. 500 personen. 

Great succes!

De ochtend na het plaatsen belde de onderzoeker, of de oproep van de site gehaald kon worden, omdat ze zo ontzettend veel reacties kreeg en inmiddels dus al ruim was voorzien van vrijwilligers. 

Alle aanmelders hebben bericht ontvangen van de onderzoeker. Hun gegevens worden bewaard en bij volgende onderzoeksreizen op zee wordt er contact met ze opgenomen.
Een van de vrijwilligers is een journaliste, die naast het vrijwilligerswerk ook geïnteresseerd was om een reportage te maken. De onderzoeker zal een blog bijhouden van de reis en de waarnemingen die ze onderweg doen. 

Wat voorheen lastig te realiseren was – het vinden van vrijwilligers voor werk op een schip – bleek totaal omgedraaid: de onderzoeker kon zelfs kiezen uit een ruim aanbod van mensen die zich aanmeldden. De overige onderzoekers die regelmatig onderzoeksreizen maken, zijn op de hoogte gebracht van deze effectieve manier van werven. Wordt vervolgd dus…